Vlaamse Overheid - Beleidsdomein Omgev…

er_windturb er_aanb_afvverbr_restwarmte_ptn_2012 er_aanb_afvverbr_restwarmte_ptn_2012
Service health Now:
Interface
Web Service, OGC Web Map Service 1.3.0
Keywords
WMS, INSPIRE, View Service, Mercator, Lijst M&R INSPIRE
Fees
NONE
Access constraints
Gebruiksvoorwaarden zie https://www.milieuinfo.be/dms/d/a/workspace/SpacesStore/64e1bd31-8ba6-4e43-9e8d-3a1078075f31/Gratis%20Open%20Data%20Licentie.pdf
Supported languages
No INSPIRE Extended Capabilities (including service language support) given. See INSPIRE Technical Guidance - View Services for more information.
Data provider

Vlaamse Overheid - Beleidsdomein Omgeving - MercatorNet (unverified)

Contact information:

Vlaamse Overheid - Beleidsdomein Omgeving - MercatorNet

Koning Albert II-laan 20, 1000 Brussel, Belgium

Email: 

Service metadata
No INSPIRE Extended Capabilities (including service metadata) given. See INSPIRE Technical Guidance - View Services for more information.

Ads by Google

Publieke View Service van MercatorNet

Available map layers (58)

Restwarmtepotentieel bij grote installaties met elektriciteitsopwekking en afvalverbrandingsinstallaties - 2012 - afvalverbrandingsinstallaties (er_aanb_afvverbr_restwarmte_ptn_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-effici?ntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- Algemene omschrijving: Dit onderdeel bevat twee kaartlagen. Ze bieden een overzicht van het restwarmtepotentieel van enerzijds installaties voor elektriciteitsopwekking met een totale jaarlijkse elektriciteitsproductie van meer dan 20 GWh en anderzijds afvalverbrandingsinstallaties. Het gaat hier om installaties die in 2012 in Vlaanderen operationeel of gepland zijn. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. Titel (1) :Restwarmtepotentieel bij grote installaties met elektriciteitsopwekking (2012) Naam kaartlaag (1):er_aanb_centrales_restwarmte_ptn_2012 Omschrijving (1): Deze kaart biedt een overzicht van het restwarmtepotentieel van installaties voor elektriciteitsopwekking met een totale jaarlijkse elektriciteitsproductie van meer dan 20 GWh. Het gaat hier om installaties die in 2012 in Vlaanderen operationeel of gepland zijn. Het potentieel wordt weergegeven in drie klassen. Titel (2) :Restwarmtepotentieel afvalverbrandingsinstallaties (2012) Naam kaartlaag (2):er_aanb_afvverbr_restwarmte_ptn_2012 Omschrijving (2): Deze kaart biedt een overzicht van het restwarmtepotentieel van afvalverbrandingsinstallaties. Het gaat hier om installaties die in 2012 in Vlaanderen operationeel of gepland zijn. Het potentieel wordt weergegeven in drie klassen.

Restwarmtepotentieel bij grote installaties met elektriciteitsopwekking en afvalverbrandingsinstallaties - 2012 - centrales (er_aanb_centrales_restwarmte_ptn_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-effici?ntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- Algemene omschrijving: Dit onderdeel bevat twee kaartlagen. Ze bieden een overzicht van het restwarmtepotentieel van enerzijds installaties voor elektriciteitsopwekking met een totale jaarlijkse elektriciteitsproductie van meer dan 20 GWh en anderzijds afvalverbrandingsinstallaties. Het gaat hier om installaties die in 2012 in Vlaanderen operationeel of gepland zijn. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. Titel (1) :Restwarmtepotentieel bij grote installaties met elektriciteitsopwekking (2012) Naam kaartlaag (1):er_aanb_centrales_restwarmte_ptn_2012 Omschrijving (1): Deze kaart biedt een overzicht van het restwarmtepotentieel van installaties voor elektriciteitsopwekking met een totale jaarlijkse elektriciteitsproductie van meer dan 20 GWh. Het gaat hier om installaties die in 2012 in Vlaanderen operationeel of gepland zijn. Het potentieel wordt weergegeven in drie klassen. Titel (2) :Restwarmtepotentieel afvalverbrandingsinstallaties (2012) Naam kaartlaag (2):er_aanb_afvverbr_restwarmte_ptn_2012 Omschrijving (2): Deze kaart biedt een overzicht van het restwarmtepotentieel van afvalverbrandingsinstallaties. Het gaat hier om installaties die in 2012 in Vlaanderen operationeel of gepland zijn. Het potentieel wordt weergegeven in drie klassen.

Restwarmtepotentieel grote industrie - 2012 - 120C tot 200C (er_aanb_gr_ind_restwarmte_120_200_ptn_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-effici?ntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- Algemene omschrijving: Het potentieel aan industri?le restwarmte wordt weergegeven voor grote, industri?le puntbronnen (IMJV-plichtige bedrijven). Voor de kleinere bedrijven wordt de restwarmte niet ingeschat, gezien we ervan uitgaan dat de restwarmte een te lage temperatuur kent voor valorisatie (lager dan 80?C). Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. Dit onderdeel bevat twee kaartlagen: Titel (1) :Aanbod restwarmte 80-120?C, afkomstig van grote industrie (2012) Naam kaartlaag (1):er_aanb_gr_ind_restwarmte_80_120_ptn_2012 Omschrijving (1): Het restwarmtepotentieel per bedrijf voor het temperatuurbereik tussen 80 en 120?C wordt weergegeven met 3 klassen. Titel (2) :Aanbod restwarmte 120-200?C, afkomstig van grote industrie (2012) Naam kaartlaag (2):er_aanb_gr_ind_restwarmte_120_200_ptn_2012 Omschrijving (2): Het restwarmtepotentieel per bedrijf voor het temperatuurbereik tussen 120 en 200?C wordt weergegeven met 3 klassen.

Restwarmtepotentieel grote industrie - 2012 - 80C tot 120C (er_aanb_gr_ind_restwarmte_80_120_ptn_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-effici?ntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- Algemene omschrijving: Het potentieel aan industri?le restwarmte wordt weergegeven voor grote, industri?le puntbronnen (IMJV-plichtige bedrijven). Voor de kleinere bedrijven wordt de restwarmte niet ingeschat, gezien we ervan uitgaan dat de restwarmte een te lage temperatuur kent voor valorisatie (lager dan 80?C). Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. Dit onderdeel bevat twee kaartlagen: Titel (1) :Aanbod restwarmte 80-120?C, afkomstig van grote industrie (2012) Naam kaartlaag (1):er_aanb_gr_ind_restwarmte_80_120_ptn_2012 Omschrijving (1): Het restwarmtepotentieel per bedrijf voor het temperatuurbereik tussen 80 en 120?C wordt weergegeven met 3 klassen. Titel (2) :Aanbod restwarmte 120-200?C, afkomstig van grote industrie (2012) Naam kaartlaag (2):er_aanb_gr_ind_restwarmte_120_200_ptn_2012 Omschrijving (2): Het restwarmtepotentieel per bedrijf voor het temperatuurbereik tussen 120 en 200?C wordt weergegeven met 3 klassen.

WKK-installaties (2012) (er_aanb_wkk_vermogen_ptn_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- Titel: WKK-installaties (2012) Naam kaartlaag:er_aanb_wkk_vermogen_ptn_2012 Omschrijving: Deze kaart biedt een overzicht van de bestaande warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) van 2012. WKK-installaties met een vermogen kleiner dan 50 kWe werden niet opgenomen. Indien in de loop van het jaar 2012 een installatie werd vervangen, werd de meest recente installatie in de kaart opgenomen. Het elektrisch vermogen wordt weergegeven met vijf klassen. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport.

Aantal aansluitingspunten op het energienet (2012) (er_aanslptn_1200m_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- Titel: Aantal aansluitingspunten (2012) Naam kaartlaag:er_aanslptn_1200m_2012 Omschrijving: De kaart geeft het totaal aantal aansluitingspunten weer van residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie, per gridcel van 1200 x 1200 m. De gegevens zijn afkomstig van Eandis en Infrax. Voor de gemeente Voeren werd het aantal aansluitingspunten ingeschat (op basis van Vlaamse kengetallen). Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële elektriciteitsproductie vanuit specifieke biomassastromen - REV2030-scenario (er_heav_p2030_ele_bms)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt voor wat betreft het bijkomend productiepotentieel uit biomassa enkel het potentieel voor pocketvergisting in rekening gebracht. Stallen die meer dan 1000 ton runder- en/of kalvermest hebben, komen hiervoor in aanmerking. Gegeven de huidige trends wordt het maximaal potentieel in dit REV2030-scenario ingeperkt tot 2% naar 2030 toe. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Totale bijkomende potentiële elektriciteitsproductie - REV2030-scenario (er_heav_p2030_ele_tot)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen.  Het omvat de volgende hernieuwbare technologievormen: PV op daken, grootschalige wind op land, waterkracht op de resterende sluizen van het Albertkanaal en pocketvergisting. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit waterkracht - REV2030-scenario (er_heav_p2030_ele_wk)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) bekijken we enkel het bijkomend potentieel op de resterende sluizen van het Albertkanaal. Voor bestaande molensites en de overige onbenutte sluizen, nemen we aan dat er geen bijkomend potentieel zal gerealiseerd worden. Voor de inschatting van het potentieel baseren we ons op het gemiddeld potentieel op sluizen in Limburg uit de studie over de inventarisatie van het waterkrachtpotentieel van de vzw TSAP uit 1996. De resultaten worden voorgesteld per gemeente. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit grootschalige wind - REV2030-scenario (er_heav_p2030_ele_wt)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel voor grootschalige wind dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen. Voor grootschalige wind wordt uitgaan van een windturbine van 2,3 MW.  Hierbij stemmen we de keuze van de positieve en negatieve ruimtelijke aanknopingspunten af op de huidige beleidscontext zodat er heel wat bijkomende ruimtelijke randvoorwaarden zijn ten opzichte van het technisch scenario. Voor een overzicht wordt verwezen naar het rapport.  Binnen de beschikbare ruimte wordt vervolgens een maximum aan windturbines geplaatst, rekening houdend met een minimale afstand die tussen de windturbines te respecteren is. Gegeven de huidige context en beleidsdoelstellingen wordt het productiepotentieel op basis van de beschikbare ruimte ingeperkt tot 38%. De resultaten worden voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit fotovoltaïsche panelen - REV2030-scenario (er_heav_p2030_ele_zon)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel voor fotovoltaïsche panelen (PV) dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen. In dit scenario beperkt de beschikbare ruimte zich tot het resterende dakoppervlak, zowel in residentieel als niet-residentieel gebied. Het potentieelcijfer voor 2030 is gebaseerd op het doorzetten van de groei analoog aan de periode 2013-2015 in combinatie met doelstellingen uit het zonneplan. Dit zorgt voor een inperking van het maximaal potentieel naar 2% voor niet-particulier gebied en naar 6% voor particuliere daken tegen 2030. Voor meer informatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële warmteproductie vanuit specifieke biomassastromen - REV2030-scenario (er_heav_p2030_wrm_bms)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt voor wat betreft het bijkomend productiepotentieel uit biomassa enkel het potentieel voor pocketvergisting in rekening gebracht. Stallen die meer dan 1000 ton runder- en/of kalvermest hebben, komen hiervoor in aanmerking. Gegeven de huidige trends wordt het maximaal potentieel in dit REV2030-scenario ingeperkt tot 2% naar 2030 toe. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit grondgekoppelde warmtepompen - REV2030-scenario (er_heav_p2030_wrm_ongeo)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel voor grondgekoppelde warmtepompen dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen. We beperken ons hier tot de niet-bebouwde zone van het residentieel gebied waarbij de beschermingszones voor waterwingebieden, niet-toegankelijke tuinen en gebieden die reeds een grondgekoppelde warmtepomp hebben, worden uitgesloten. Voor de inschatting van het productiepotentieel wordt gebruik gemaakt van de Databank Ondergrond Vlaanderen en kengetallen van Terra Energy. Gegevens de huidige trends wordt dit maximaal potentieel vervolgens ingeperkt tot 1%. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Totale bijkomende potentiële warmteproductie - REV2030-scenario (er_heav_p2030_wrm_tot)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen.  Het omvat de volgende hernieuwbare technologievormen: particuliere zonneboilers, pocketvergisting en grondgekoppelde warmtepompen in residentieel gebied. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit particuliere zonneboilers - REV2030-scenario (er_heav_p2030_wrm_zon)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel voor particuliere zonneboilers dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen. Voor particuliere zonneboilers betekent dit een inperking tot 5% van het technisch maximum naar 2030 toe. Voor meer informatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Huidige elektriciteitsproductie vanuit specifieke biomassastromen (er_heav_pr_ele_bms)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag is gebaseerd op de VREG lijst met groenestroom productie-installaties voor biomassa, versie 3/03/2016. Deze bevat installaties die enkel elektriciteit produceren en installaties die zowel elektriciteit als warmte produceren (of WKK-installaties). Biomassa-installaties die enkel warmte produceren zijn bijgevolg geen onderdeel van deze kaart. Voor de inschatting van de productie wordt meestal gebruik gemaakt van algemene kengetallen. Voor grotere productie-installaties en afvalverbrandingsovens werd wel maximaal uitgegaan van werkelijke productiecijfers (uit bv. jaarverslagen). Bovendien wordt enkel het hernieuwbaar aandeel van de productie opgenomen in de EnergieAtlas. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Totale huidige hernieuwbare elektriciteitsproductie (er_heav_pr_ele_tot)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag beschrijft de totale elektriciteitsproductie vanuit hernieuwbare energie, ingeschat voor de volgende technologievormen: zonne-energie, windenergie op land, waterkracht en biomassa. Telkens werd gebruik gemaakt van de meest recente publiek beschikbare gegevens. Voor meer informatie over de gebruikte gegevensbronnen en kengetallen wordt verwezen naar het rapport. De totalen per gemeente worden hier uitgedrukt per eenheid van oppervlakte. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Huidige energieproductie waterkracht (er_heav_pr_ele_wk)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag maakt gebruik van de lijst groenestroominstallaties van VREG in dienst genomen tot en met 29/02/2016, waarvan de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong werd verwerkt tot 3/03/2016, aangevuld met de waterkrachtcentrales van Kwaadmechelen en Olen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Huidige energieproductie windturbines (er_heav_pr_ele_wt)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. De gegevens zijn afkomstig van de databank van de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen van windturbines van het departement Ruimte Vlaanderen. Hierin werden de vergunde windturbines geselecteerd die al effectief gebouwd zijn (toestand januari 2016). Voor turbines met een vermogen > 300 kW wordt de productie ingeschat door middel van een vollasturenkaart die rekening houdt met het verschil in windsnelheden doorheen Vlaanderen. Voor de kleinschalige windturbines (< 300 kW) wordt met één Vlaams kengetal gewerkt dat afhankelijk is van de ashoogte. We beperken ons tot de windturbines op land. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Huidige energieproductie door fotovoltaïsche panelen (er_heav_pr_ele_zon)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag is gebaseerd op de publieke VREG lijst met groenestroom productie-installaties voor zonne-energie. Het gaat hier om installaties in dienst genomen tot en met 31/12/2015, waarvan VREG de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten en/of garanties en oorsprong goedkeurde en verwerkte tot 16/05/2016. De productie werd ingeschat uitgaande van het geïnstalleerd vermogen en een gemiddelde opbrengst. Grote PV-installaties werden op basis van hun adres gelokaliseerd en de resterende (particuliere) installaties werden proportioneel verdeeld over het beschikbaar dakoppervlak binnen elke gemeente. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Huidige warmteproductie vanuit specifieke biomassastromen (er_heav_pr_wrm_bms)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag is gebaseerd op de VREG lijst met groenestroom productie-installaties voor biomassa, versie 3/03/2016. Deze bevat installaties die enkel elektriciteit produceren en installaties die zowel elektriciteit als warmte produceren (of WKK-installaties). Biomassa-installaties die enkel warmte produceren zijn bijgevolg geen onderdeel van deze kaart. Voor de inschatting van de productie wordt meestal gebruik gemaakt van algemene kengetallen. Voor grotere productie-installaties en afvalverbrandingsovens werd wel maximaal uitgegaan van werkelijke productiecijfers (uit bv. jaarverslagen). Bovendien wordt enkel het hernieuwbaar aandeel van de productie opgenomen in de EnergieAtlas. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Huidige energieproductie door grondgekoppelde warmtepompen (er_heav_pr_wrm_ongeo)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag beschrijft de huidige warmteproductie vanuit grondgekoppelde warmtepompen in Vlaanderen en is gebaseerd op een inventaris die opgesteld werd door Terra Energy. De middelgrote en grote systemen werden met hun exacte locaties en productiecijfers in de EnergieAtlas opgenomen. De productie vanuit kleine particuliere installaties werd op gemeentelijk niveau ingeschat en vervolgens ruimtelijk toegewezen aan de bebouwde percelen. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Huidige hernieuwbare warmteproductie vanuit zon, specifieke biomassastromen en grondgekoppelde warmtepompen (er_heav_pr_wrm_tot)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag beschrijft de warmteproductie vanuit hernieuwbare energie, ingeschat voor de volgende technologievormen: zonne-energie, biomassa en ondiepe geothermie. Biomassa-installaties die zuiver warmte produceren en niet-grondgekoppelde warmtepompen maken geen deel uit van deze inschatting. Telkens werd gebruik gemaakt van de meest recente publiek beschikbare gegevens. Voor meer informatie over de gebruikte gegevensbronnen en kengetallen wordt verwezen naar het rapport. De totalen per gemeente worden hier uitgedrukt per eenheid van oppervlakte. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Huidige energieproductie zonneboilers (er_heav_pr_wrm_zon)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Het aantal zonneboilers per gemeente voor het jaar 2014 is afkomstig van VEA op basis van data uit de EPB-aangiftes en de premies uitgereikt door de netbeheerders. Hieruit wordt de warmteproductie ingeschat, met onderscheid tussen huishoudelijke en niet-huishoudelijke zonneboilers. Tenslotte wordt het gemeentelijk aantal toegewezen aan het residentieel en tertiair dakoppervlak binnen de gemeente. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële elektriciteitsproductie vanuit specifieke biomassastromen - technisch scenario (er_heav_techpot_ele_bms)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor vier types van biomassaverwerkingsinstallaties: grootschalige landbouwvergisters, pocketvergisters, houtverbrandingsinstallaties en GFT-vergisters. We vertrekken hier van de beschikbare lokale biomassastromen (dierlijke mest, GFT- en groenafval, bermgras en tak- en kroonhout) en zoeken vervolgens naar het maximum aan installaties dat in specifieke zoekzones kan voorkomen. Hierbij worden een aantal criteria in acht genomen, zoals te respecteren transportafstanden en mobilisatiefactoren. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Totale bijkomende potentiële elektriciteitsproductie - technisch scenario (er_heav_techpot_ele_tot)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende potentieel voor elektriciteitsproductie ingeschat voor de volgende hernieuwbare technologievormen: PV, wind op land, waterkracht en biomassa. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit waterkracht - technisch scenario (er_heav_techpot_ele_wk)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor waterkracht, zowel voor wat betreft de sluizen als de watermolens. We baseren ons hiervoor op de inventarisatie van het waterkrachtpotentieel van de vzw TSAP uit 1996. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit windturbines - technisch scenario (er_heav_techpot_ele_wt)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor grootschalige en kleinschalige wind. Voor grootschalige wind wordt uitgegaan van een windturbine van 2,3 MW en voor kleinschalige wind van 300 kW. Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden. Voor de kleinschalige wind worden bufferzones rond potentiële locaties voor grootschalige wind reeds in rekening gebracht.   In het technisch scenario worden enkel de beperkingen in de ruimte omwille van veiligheidsredenen meegenomen. Voor een overzicht van de gebruikte ruimtelijke randvoorwaarden wordt verwezen naar het rapport. Binnen de beschikbare ruimte wordt vervolgens een maximum aan windturbines geplaatst, rekening houdend met een minimale afstand die tussen de windturbines te respecteren is. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit fotovoltaïsche panelen - technisch scenario (er_heav_techpot_ele_zon)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor fotovoltaïsche panelen (PV). Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden.  Zowel het potentieel op daken (residentieel en niet-residentieel) als grondgebonden PV op braakliggende percelen van bedrijventerreinen, brownfields en in de bermen van snelwegen en spoorwegen werd in rekening gebracht bij dit technisch potentieel. Huidige PV-installaties en de open ruimte zorgden voor een inperking van de beschikbare ruimte. Voor meer informatie wordt verwezen naar het rapport.   De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële warmteproductie vanuit specifieke biomassastromen - technisch scenario (er_heav_techpot_wrm_bms)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor vier types van biomassaverwerkingsinstallaties: grootschalige landbouwvergisters, pocketvergisters, houtverbrandingsinstallaties en GFT-vergisters. We vertrekken hier van de beschikbare lokale biomassastromen (dierlijke mest, GFT- en groenafval, bermgras en tak- en kroonhout) en zoeken vervolgens naar het maximum aan installaties dat in specifieke zoekzones kan voorkomen. Hierbij worden een aantal criteria in acht genomen, zoals te respecteren transportafstanden en mobilisatiefactoren. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit diepe geothermie - technisch scenario (er_heav_techpot_wrm_digeo)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor diepe geothermie (> 500 m diepte).Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden. In het resulterend geschikt gebied wordt vervolgens het maximum aan diepe geothermiecentrales geplaatst, gegeven het feit dat ze minstens 3km van mekaar verwijderd moeten zijn.  Voor de inschatting van de productie baseren we ons op de studie ‘EFRO-studie Geothermie: ruimtelijke inplantingsanalyses’ (Vranckx et al., 2015, VITO) waarin een inschatting gemaakt werd van het potentieel vermogen van diepe geothermie in Vlaanderen op basis van de temperatuur van de top van de Dinantiaanlaag. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit grondgekoppelde warmtepompen - technisch scenario (er_heav_techpot_wrm_ongeo)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het  bijkomende productiepotentieel ingeschat voor grondgekoppelde warmtepompen. Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden. We beperken ons hier tot de niet-bebouwde zone van het bebouwd gebied waarbij de beschermingszones voor waterwingebieden, niet-toegankelijke tuinen en gebieden die reeds een grondgekoppelde warmtepomp hebben, worden uitgesloten. Voor de inschatting van het productiepotentieel wordt gebruik gemaakt van de Databank Ondergrond Vlaanderen en kengetallen van Terra Energy. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport.    De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Totale bijkomende potentiële warmteproductie - technisch scenario (er_heav_techpot_wrm_tot)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende potentieel voor warmteproductie ingeschat voor de volgende hernieuwbare technologievormen: particuliere zonneboilers, biomassa en ondiepe en diepe geothermie. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Hernieuwbare Energieatlas Vlaanderen - Bijkomende potentiële energieproductie vanuit particuliere zonneboilers - technisch scenario (er_heav_techpot_wrm_zon)

Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor particuliere zonneboilers. Voor de inschatting van het productiepotentieel baseren we ons op het aantal huishoudens per gemeente dat momenteel nog niet over een zonneboiler beschikt en hun te verwachten warmtevraag voor sanitair warm water. Dit potentieel wordt vervolgens ruimtelijk toegekend aan het nog resterend residentieel dakoppervlak. Voor meer informatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet - waarbij de restwarmte wordt onttrokken van een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 0 EUR/MWh (er_kb_net_comb_1200m)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- In kader van de Warmtekaart Vlaanderen werd voor elke gridcel van 1200 x 1200m in Vlaanderen onderzocht of het een kansrijk (economisch interessant oftewel baten groter dan de kosten) gebied is voor de investering in een warmtenet op basis van restwarmte of op basis van warmte uit een nieuwe hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat twee kaartlagen: Titel (1) : Waarbij de restwarmte wordt onttrokken via een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 0 EUR/MWh. Naam kaartlaag (1):er_kb_net_comb_1200m Omschrijving (1): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Mogelijke schaalvoordelen worden in rekening gebracht indien tussenliggende gridcellen zelf overgaan tot de aanleg van een warmtenet. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Deze methodologie sluit het beste aan bij de realiteit. Titel (2) : Met WKK als warmtebron. Naam kaartlaag (2):er_kb_net_wkk_1200m Omschrijving (2): Voor elke gridcel wordt een kosten baten berekening gemaakt voor het plaatsen van een nieuwe centrale WKK (gasturbine) die met behulp van een warmtenet zijn warmte aflevert binnen dezelfde gridcel. In de berekeningen worden de WKK-certificaten in rekening gebracht. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012.

Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet - waarbij de restwarmte wordt onttrokken van een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 25EUR/MWH (2012) (er_kb_net_comb_max_wrw_1200m)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart. -- In kader van de Warmtekaart Vlaanderen werd voor elke gridcel van 1200 x 1200m in Vlaanderen onderzocht of het een kansrijk (economisch interessant oftewel baten groter dan de kosten) gebied is voor de investering in een warmtenet op basis van restwarmte of op basis van warmte uit een nieuwe hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat vier kaartlagen: Titel (1): Met gebruik van restwarmte in dezelfde gridcel. Naam kaartlaag (1):er_kb_net_lok_1200m Omschrijving (1): In deze kosten baten analyse werd het economisch potentieel voor een lokaal warmtenet onderzocht binnen elke gridcel met beschikbare restwarmte. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (2) : Indien de restwarmte naar naburige cellen wordt getransporteerd. Naam kaartlaag (2):er_kb_net_nab_1200m Omschrijving (2): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Men gaat hier uit van een rechtstreekse levering aan de gridcel onder evaluatie. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (3) : Waarbij de restwarmte wordt onttrokken van een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 25 EUR/MWh. Naam kaartlaag (3):er_kb_net_comb_max_wrw_1200m Omschrijving (3): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Deze keer worden mogelijke schaalvoordelen in rekening gebracht indien tussenliggende gridcellen zelf overgaan tot de aanleg van een warmtenet. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). Dit is een variant op de kaart 'Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet waarbij de restwarmte niet rechtstreeks van de bron wordt betrokken maar via een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 0 EUR/MWh.'. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (4) : Met WKK als warmtebron, scenario lage brandstofprijzen. Naam kaartlaag (4):er_kb_net_wkk_min_bp_1200m Omschrijving (4): Voor elke gridcel wordt een kosten baten berekening gemaakt voor het plaatsen van een nieuwe centrale WKK (gasturbine) die met behulp van een warmtenet zijn warmte aflevert binnen dezelfde gridcel. In de berekeningen worden de WKK-certificaten in rekening gebracht. In dit scenario worden de brandstofprijzen verlaagd. Het effect op de baten kan vergeleken worden met de kaart 'Met WKK als warmtebron'. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012.

Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet - met gebruik van restwarmte in dezelfde gridcel (2012) (er_kb_net_lok_1200m)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart. -- In kader van de Warmtekaart Vlaanderen werd voor elke gridcel van 1200 x 1200m in Vlaanderen onderzocht of het een kansrijk (economisch interessant oftewel baten groter dan de kosten) gebied is voor de investering in een warmtenet op basis van restwarmte of op basis van warmte uit een nieuwe hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat vier kaartlagen: Titel (1): Met gebruik van restwarmte in dezelfde gridcel. Naam kaartlaag (1):er_kb_net_lok_1200m Omschrijving (1): In deze kosten baten analyse werd het economisch potentieel voor een lokaal warmtenet onderzocht binnen elke gridcel met beschikbare restwarmte. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (2) : Indien de restwarmte naar naburige cellen wordt getransporteerd. Naam kaartlaag (2):er_kb_net_nab_1200m Omschrijving (2): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Men gaat hier uit van een rechtstreekse levering aan de gridcel onder evaluatie. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (3) : Waarbij de restwarmte wordt onttrokken van een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 25 EUR/MWh. Naam kaartlaag (3):er_kb_net_comb_max_wrw_1200m Omschrijving (3): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Deze keer worden mogelijke schaalvoordelen in rekening gebracht indien tussenliggende gridcellen zelf overgaan tot de aanleg van een warmtenet. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). Dit is een variant op de kaart 'Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet waarbij de restwarmte niet rechtstreeks van de bron wordt betrokken maar via een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 0 EUR/MWh.'. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (4) : Met WKK als warmtebron, scenario lage brandstofprijzen. Naam kaartlaag (4):er_kb_net_wkk_min_bp_1200m Omschrijving (4): Voor elke gridcel wordt een kosten baten berekening gemaakt voor het plaatsen van een nieuwe centrale WKK (gasturbine) die met behulp van een warmtenet zijn warmte aflevert binnen dezelfde gridcel. In de berekeningen worden de WKK-certificaten in rekening gebracht. In dit scenario worden de brandstofprijzen verlaagd. Het effect op de baten kan vergeleken worden met de kaart 'Met WKK als warmtebron'. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012.

Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet - indien de restwarmte naar naburige cellen wordt getransporteerd (2012) (er_kb_net_nab_1200m)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart. -- In kader van de Warmtekaart Vlaanderen werd voor elke gridcel van 1200 x 1200m in Vlaanderen onderzocht of het een kansrijk (economisch interessant oftewel baten groter dan de kosten) gebied is voor de investering in een warmtenet op basis van restwarmte of op basis van warmte uit een nieuwe hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat vier kaartlagen: Titel (1): Met gebruik van restwarmte in dezelfde gridcel. Naam kaartlaag (1):er_kb_net_lok_1200m Omschrijving (1): In deze kosten baten analyse werd het economisch potentieel voor een lokaal warmtenet onderzocht binnen elke gridcel met beschikbare restwarmte. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (2) : Indien de restwarmte naar naburige cellen wordt getransporteerd. Naam kaartlaag (2):er_kb_net_nab_1200m Omschrijving (2): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Men gaat hier uit van een rechtstreekse levering aan de gridcel onder evaluatie. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (3) : Waarbij de restwarmte wordt onttrokken van een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 25 EUR/MWh. Naam kaartlaag (3):er_kb_net_comb_max_wrw_1200m Omschrijving (3): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Deze keer worden mogelijke schaalvoordelen in rekening gebracht indien tussenliggende gridcellen zelf overgaan tot de aanleg van een warmtenet. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). Dit is een variant op de kaart 'Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet waarbij de restwarmte niet rechtstreeks van de bron wordt betrokken maar via een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 0 EUR/MWh.'. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (4) : Met WKK als warmtebron, scenario lage brandstofprijzen. Naam kaartlaag (4):er_kb_net_wkk_min_bp_1200m Omschrijving (4): Voor elke gridcel wordt een kosten baten berekening gemaakt voor het plaatsen van een nieuwe centrale WKK (gasturbine) die met behulp van een warmtenet zijn warmte aflevert binnen dezelfde gridcel. In de berekeningen worden de WKK-certificaten in rekening gebracht. In dit scenario worden de brandstofprijzen verlaagd. Het effect op de baten kan vergeleken worden met de kaart 'Met WKK als warmtebron'. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012.

Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet (2012) (er_kb_net_wkk_1200m)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- In kader van de Warmtekaart Vlaanderen werd voor elke gridcel van 1200 x 1200m in Vlaanderen onderzocht of het een kansrijk (economisch interessant oftewel baten groter dan de kosten) gebied is voor de investering in een warmtenet op basis van restwarmte of op basis van warmte uit een nieuwe hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat twee kaartlagen: Titel (1) : Waarbij de restwarmte wordt onttrokken via een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 0 EUR/MWh. Naam kaartlaag (1):er_kb_net_comb_1200m Omschrijving (1): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Mogelijke schaalvoordelen worden in rekening gebracht indien tussenliggende gridcellen zelf overgaan tot de aanleg van een warmtenet. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Deze methodologie sluit het beste aan bij de realiteit. Titel (2) : Met WKK als warmtebron. Naam kaartlaag (2):er_kb_net_wkk_1200m Omschrijving (2): Voor elke gridcel wordt een kosten baten berekening gemaakt voor het plaatsen van een nieuwe centrale WKK (gasturbine) die met behulp van een warmtenet zijn warmte aflevert binnen dezelfde gridcel. In de berekeningen worden de WKK-certificaten in rekening gebracht. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012.

Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet - met WKK als warmtebron, scenario lage brandstofprijzen (2012) (er_kb_net_wkk_min_bp_1200m)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart. -- In kader van de Warmtekaart Vlaanderen werd voor elke gridcel van 1200 x 1200m in Vlaanderen onderzocht of het een kansrijk (economisch interessant oftewel baten groter dan de kosten) gebied is voor de investering in een warmtenet op basis van restwarmte of op basis van warmte uit een nieuwe hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat vier kaartlagen: Titel (1): Met gebruik van restwarmte in dezelfde gridcel. Naam kaartlaag (1):er_kb_net_lok_1200m Omschrijving (1): In deze kosten baten analyse werd het economisch potentieel voor een lokaal warmtenet onderzocht binnen elke gridcel met beschikbare restwarmte. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (2) : Indien de restwarmte naar naburige cellen wordt getransporteerd. Naam kaartlaag (2):er_kb_net_nab_1200m Omschrijving (2): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Men gaat hier uit van een rechtstreekse levering aan de gridcel onder evaluatie. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (3) : Waarbij de restwarmte wordt onttrokken van een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 25 EUR/MWh. Naam kaartlaag (3):er_kb_net_comb_max_wrw_1200m Omschrijving (3): Voor elke gridcel met een warmtevraag wordt een kosten baten berekening gemaakt die gebaseerd is op beschikbare restwarmte in naburige gridcellen, de zogenaamde gridcel met “warmtebron”. Het transport van de restwarmte naar de gridcel onder beschouwing brengt extra kosten met zich mee. Deze keer worden mogelijke schaalvoordelen in rekening gebracht indien tussenliggende gridcellen zelf overgaan tot de aanleg van een warmtenet. In de berekeningen wordt rekening gehouden met steunmechanismen vanuit de Vlaamse overheid ("Investeringssteun restwarmte"). Dit is een variant op de kaart 'Kansrijke gebieden voor de aanleg van een warmtenet waarbij de restwarmte niet rechtstreeks van de bron wordt betrokken maar via een buurcel, met een waarde voor restwarmte van 0 EUR/MWh.'. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012. Titel (4) : Met WKK als warmtebron, scenario lage brandstofprijzen. Naam kaartlaag (4):er_kb_net_wkk_min_bp_1200m Omschrijving (4): Voor elke gridcel wordt een kosten baten berekening gemaakt voor het plaatsen van een nieuwe centrale WKK (gasturbine) die met behulp van een warmtenet zijn warmte aflevert binnen dezelfde gridcel. In de berekeningen worden de WKK-certificaten in rekening gebracht. In dit scenario worden de brandstofprijzen verlaagd. Het effect op de baten kan vergeleken worden met de kaart 'Met WKK als warmtebron'. De analyse vindt plaats op een resolutie van 1200 x 1200 m en is gebaseerd op de toestand in 2012.

Koudevraag residentieel, tertiair en landbouw (2012) (er_kvrg_diff_geb_1200m_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart. -- Titel: Koudevraag residentieel, tertiair en landbouw (2012) Naam kaartlaag:er_kvrg_diff_geb_1200m_2012 Omschrijving: De totale koudevraag afkomstig van residentieel, tertiair en landbouw werd voor Vlaanderen in kaart gebracht. Deze is gebaseerd op gemeten aardgas- en elektriciteitsverbruiken zoals gekend door de distributienetbeheerders per individuele gebruiker voor het jaar 2012. Het gaat hier om koeling van gebouwen. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport.

Windturbines omgevingsvergunningen (er_windturb_omv)

Puntvormige aanduiding van de status van de aanvragen voor een omgevingsvergunning voor windturbines, met vermelding of de turbine al dan niet gebouwd is.

Stedenbouwkundig aangevraagde windturbines (er_windturb_st_aangevr)

Puntvormige aanduiding van de inplanting van windturbines. Het gaat enkel om de aangevraagde turbines met een onderscheid in status tussen vergunde aanvragen, geweigerde aanvragen en aanvragen waarvoor nog geen uitspraak is gedaan. Het is mogelijk dat de vergunde turbines nog niet gebouwd zijn.

Warmtekaart 2019 - Afvalverbrandingsinstallaties (er_wrmtk_avi_verm_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Deze kaart biedt een overzicht van de actieve afvalverbrandingsinstallaties in Vlaanderen in 2019, ingedeeld in 5 klassen op basis van hun elektrisch vermogen. Ze kunnen optreden als potentiële leveringspunten van warmte. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Aantal energie-intensieve bedrijven in een straal van 5km met mogelijke vraag/aanbod restwarmte (er_wrmtk_bedr_5km_rest_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Op basis van de locaties van de grootverbruikers met hun categorie van warmtevraag (zie kaartlaag 'Warmtevraag grootverbruikers 2019') werd een kaart afgeleid die op niveau van de statistische sectoren het aantal energie-intensieve bedrijven gewogen weergeeft in een straal van 5km rond elke sector. Onder energie-intensieve bedrijven worden grootverbruikers verstaan met een warmtevraag groter dan 1 GWh/jaar, de grootverbruikers met de laagste warmtevraag (0,2 – 1 GWh/jaar) werden niet meegenomen in de analyse. Deze kaart geeft op basis van de beschikbare data een eerste indicatie van de mogelijkheid tot vraag naar en/of aanbod van restwarmte in de regio, maar de kanttekening moet hier uiteraard gemaakt worden dat de lokale omstandigheden anders kunnen zijn dan wat zuiver op basis van de warmtevraag afgeleid kan worden. In deze cijfers hebben we immers geen zicht op locaties waar de bedrijfsprocessen mogelijks al geoptimaliseerd zijn waardoor ondanks de hoge warmtevraag er dus geen restwarmtepotentieel zou kunnen zijn. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Elektriciteitscentrales (er_wrmtk_ec_verm_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Deze kaart biedt een overzicht van de actieve elektriciteitscentrales in Vlaanderen in 2019, ingedeeld in 5 klassen op basis van hun elektrisch vermogen. Het gaat om centrales die momenteel elektriciteit produceren maar niet als WKK operationeel zijn. In theorie kunnen deze omgebouwd worden naar WKK modus en restwarmte leveren. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - WKK (er_wrmtk_wkk_verm_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Deze kaart biedt een overzicht van de actieve warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) van 2019 in Vlaanderen met een hoge thermische input. Deze grotere WKK's hebben namelijk een hoger potentieel voor het leveren van restwarmte dan kleine lokale installaties. Het elektrisch vermogen wordt weergegeven met vijf klassen. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Bestaande warmtenetten (lijnen) (er_wrmtk_wnet_bs_ln_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Voor het jaar 2019 konden 58 bestaande warmtenetten in Vlaanderen geïdentificeerd worden, ofwel 92km in totaal (sleuflengte). In deze kaartlaag worden 52 van hen met hun traject op kaart gezet. De anderen worden met een punt op kaart gezet (zie de kaartlaag 'Bestaande warmtenetten 2019 (punten)'. De kaartlaag bevat voor elk warmtenet volgende informatie: naam van het project, type netwerk, gemeente, warmtenetbeheerder, warmtenetleverancier, levering aan residentieel/industrie/tertiair, temperatuursniveau, sleuflengte, opwekkers, hoeveelheid energie geleverd aan warmtenet, aandeel (niet-)hernieuwbare (niet-)restwarmte, financiering ontvangen, financiering uit welke middelen en tenslotte of er een uitbreiding van het netwerk gepland is. Onder warmtenet worden de systemen verstaan die vallen onder de definitie van warmte- of koudenet in het Energiedecreet, art. 1.1.3.,133/2°. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Bestaande warmtenetten (punten) (er_wrmtk_wnet_bs_pt_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Voor het jaar 2019 konden 58 bestaande warmtenetten in Vlaanderen geïdentificeerd worden, ofwel 92km in totaal (sleuflengte). 52 van hen konden met hun traject op kaart gezet worden (zie kaartlaag 'Bestaande warmtenetten 2019 (lijnen)'. Deze kaartlaag toont de locatie van de overige 6 warmtenetten door middel van een punt. De kaartlaag bevat voor elk warmtenet volgende informatie: naam van het project, type netwerk, gemeente, warmtenetbeheerder, warmtenetleverancier, levering aan residentieel/industrie/tertiair, temperatuursniveau, sleuflengte, opwekkers, hoeveelheid energie geleverd aan warmtenet, aandeel (niet-)hernieuwbare (niet-)restwarmte, financiering ontvangen, financiering uit welke middelen en tenslotte of er een uitbreiding van het netwerk gepland is. Onder warmtenet worden de systemen verstaan die vallen onder de definitie van warmte- of koudenet in het Energiedecreet, art. 1.1.3.,133/2°. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Geplande warmtenetten (punten) (er_wrmtk_wnet_gpl_pt_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Voor het jaar 2019 konden naast de bestaande warmtenetten ook 36 locaties geïdentificeerd worden waar men plannen heeft om een warmtenet aan te leggen of uit te breiden. Voor deze geplande netten bevat de kaartlaag ook info over: naam van het project, eigenaar, postcode, gemeente en of men al dan niet subsidie heeft aangevraagd in kader van de call groene warmte/restwarmte. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Warmtevraagdichtheid per gemeente (er_wrmtk_wvrg_gem_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. De warmtevraagdichtheid per gemeente drukt de totale warmtevraag per gemeente uit ten opzichte van de lengte van de verharde wegen zoals gedefinieerd in de kaartlaag Wegverbindingen van het GRB. De warmtevraag per gemeente kwam tot stand door de exacte warmtevraag van alle kleinverbruikers te combineren met de exacte warmtevraag van de grootverbruikers aangesloten op het Fluvius net. Voor de overige grootverbruikers (uit de IMJV-rapportering) werd de warmtevraag ingeschat op basis van de gekende range. De warmtevraag is berekend op basis van de gas- en elektriciteitsverbruiksgegevens van Fluvius, de gasverbruiken in de IMJV-rapportering en bijschattingen van het gemiddelde biomassa- en stookolieverbruik uit de Energiebalans. Daarnaast bevat deze kaartlaag voor de verbruikers die aangesloten zijn op het Fluvius net ook gemeentelijke cijfers over het elektriciteitsverbruik, het gasverbruik, het aantal EAN's voor elektriciteit en gas en tenslotte ook een inschatting van het aandeel huishoudens met een stookolie/biomassa-installatie. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Warmtevraag grootverbruikers (er_wrmtk_wvrg_grtverbr_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. Energieverbruikers met een jaarlijkse warmtevraag die groter is dan 0,2 GWh, worden met een punt op kaart gezet en weergegeven in 4 klassen. De warmtevraag is berekend op basis van de gas- en elektriciteitsverbruiksgegevens van Fluvius, de gasverbruiken in de IMJV-rapportering en bijschattingen van het gemiddelde biomassa- en stookolieverbruik uit de Energiebalans. Naast de warmtevraag wordt voor elke verbruiker ook de naam, het adres en het type van activiteit weergegeven. Tenslotte bevat de kaartlaag ook informatie over het aantal aanwezige EAN elektriciteit en EAN gas en geeft het weer of er een PV-installatie aanwezig is. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Warmtevraagdichtheid kleinverbruikers (er_wrmtk_wvrg_klverbr_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. De warmtevraagdichtheid per substraatsegment wordt weergegeven door inkleuring van wegsegmenten op de kaart en weergegeven voor energieverbruikers met een jaarlijkse warmtevraag kleiner dan of gelijk aan 200 MWh. De exacte warmtevraag voor deze energieverbruikers wordt op kaart gezet en is daarbij omwille van privacyredenen geaggregeerd tot op het niveau van minstens 5 verbruiksadressen. De warmtevraag is berekend op basis van de gas- en elektriciteitsverbruiksgegevens van Fluvius en bijschattingen van het gemiddelde biomassa- en stookolieverbruik uit de Energiebalans. De warmtevraagdichtheid drukt de totale warmtevraag per substraatsegment uit ten opzichte van de lengte van de verharde wegen zoals gedefinieerd in de kaartlaag Wegverbindingen van het GRB. De kartering van de warmtevraag gebeurt ter hoogte van het aangrenzende wegsegment. De wegverbindingen van het GRB werden hiervoor aanvankelijk verdeeld in segmenten van 10m en vervolgens samengenomen waar nodig om zo tot het minimum van 5 verbruiksadressen te komen. Ook lege segmenten kwamen hiervoor in aanmerking maar een maximale uitbreiding met 200m werd hier voorzien. Waar het niet haalbaar was om op die manier tot een cluster van minstens 5 verbruikers te komen, worden de verbruiksadressen aan een confidentieel te behandelen wegsegment toegekend. In deze confidentieel te behandelen segmenten bevindt zich slechts 1,8% van het totaal aantal kleinverbruikers en 3,2% van de warmtevraag van de kleinverbruikers. Naast de totale warmtevraag per segment en de warmtevraagdichtheid, uitgedrukt per lengte van het wegsegment, bevat deze kaartlaag ook nog de volgende informatie: elektriciteitsverbruik, gasverbruik, aantal verbruiksadressen, aantal EAN elektriciteit en EAN gas en het aantal verbruiksadressen met een PV-installatie. Er dient opgemerkt te worden dat een verbruiksadres verwijst naar een aansluitingspunt in het netwerk van Fluvius en bijgevolg in enkele gevallen meerdere wooneenheden kan omvatten. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtekaart 2019 - Warmtevraagdichtheid per statistische sector (er_wrmtk_wvrg_statsec_2019)

De 'Warmtekaart Vlaanderen 2019' werd in opdracht van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie en de Hernieuwbare Energie Richtlijn (EU) 2018/2001. De voornaamste producten zijn kaarten voor 2019 voor het grondgebied Vlaanderen met de warmtevraag van de grootverbruikers en kleinverbruikers, resultaten op niveau van de gemeenten en de statistische sectoren, kaarten van de bestaande en geplande warmtenetten en tenslotte ook locaties van potentiële leveringspunten van warmte. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerder Fluvius. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: https://www.energiesparen.be/warmtekaart. De warmtevraagdichtheid per statistische sector drukt de totale warmtevraag per sector uit ten opzichte van de lengte van de verharde wegen zoals gedefinieerd in de kaartlaag Wegverbindingen van het GRB. De warmtevraag per statistische sector kwam tot stand door de exacte warmtevraag van alle kleinverbruikers te combineren met de exacte warmtevraag van de grootverbruikers aangesloten op het Fluvius net. Voor de overige grootverbruikers werd de warmtevraag ingeschat op basis van de gekende range. De warmtevraag is berekend op basis van de gas- en elektriciteitsverbruiksgegevens van Fluvius, de gasverbruiken in de IMJV-rapportering en bijschattingen van het gemiddelde biomassa- en stookolieverbruik uit de Energiebalans. Daarnaast bevat deze kaartlaag voor de verbruikers die aangesloten zijn op het Fluvius net ook cijfers over het elektriciteitsverbruik, het gasverbruik, het aantal EAN's voor elektriciteit en gas en tenslotte ook een inschatting van het aandeel huishoudens met een stookolie/biomassa-installatie. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport van de Warmtekaart.

Warmtevraag residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (2012) (er_wvrg_diff_geb_100m_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart. -- De totale warmtevraag afkomstig van residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (= niet-IMJV industrie) werd voor Vlaanderen in kaart gebracht. Deze is gebaseerd op gemeten aardgas- en elektriciteitsverbruiken zoals gekend door de distributienetbeheerders per individuele gebruiker voor het jaar 2012. Het gaat hier om warmtevraag voor ruimteverwarming en sanitair warm water. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat drie kaartlagen: Titel (1) :Warmtevraag residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (2012) Naam kaartlaag (1): er_wvrg_diff_tot_1200m_2012 Omschrijving (1): De warmtevraag van residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (=niet-IMJV industrie) wordt weergegeven op een 1200 x 1200 m grid. Titel (2) :Warmtevraag kleine industrie (2012) Naam kaartlaag (2):er_wvrg_diff_ind_300m_2012 Omschrijving (2): De warmtevraag van de kleine industrie (=niet-IMJV industrie) werd gekarteerd op een 300 x 300 m grid. Wegens privacyredenen wordt de warmtevraag niet getoond indien minder dan 3 verbruikers binnen een gridcel aanwezig zijn. Deze uitval wordt enkel weergegeven op een 1200 x 1200m resolutie. Titel (3) :Warmtevraag residentieel, tertiair en landbouw (2012) Naam kaartlaag (3):er_wvrg_diff_geb_100m_2012 Omschrijving (3): De warmtevraag van residentieel, tertiair en landbouw werd gekarteerd op een 100 x 100 m grid. Wegens privacyredenen wordt de warmtevraag niet getoond indien minder dan 3 verbruikers binnen een gridcel aanwezig zijn. Deze uitval wordt enkel weergegeven op een 1200 x 1200m resolutie.

Warmtevraag kleine industrie (2012) (er_wvrg_diff_ind_300m_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart. -- De totale warmtevraag afkomstig van residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (= niet-IMJV industrie) werd voor Vlaanderen in kaart gebracht. Deze is gebaseerd op gemeten aardgas- en elektriciteitsverbruiken zoals gekend door de distributienetbeheerders per individuele gebruiker voor het jaar 2012. Het gaat hier om warmtevraag voor ruimteverwarming en sanitair warm water. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat drie kaartlagen: Titel (1) :Warmtevraag residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (2012) Naam kaartlaag (1): er_wvrg_diff_tot_1200m_2012 Omschrijving (1): De warmtevraag van residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (=niet-IMJV industrie) wordt weergegeven op een 1200 x 1200 m grid. Titel (2) :Warmtevraag kleine industrie (2012) Naam kaartlaag (2):er_wvrg_diff_ind_300m_2012 Omschrijving (2): De warmtevraag van de kleine industrie (=niet-IMJV industrie) werd gekarteerd op een 300 x 300 m grid. Wegens privacyredenen wordt de warmtevraag niet getoond indien minder dan 3 verbruikers binnen een gridcel aanwezig zijn. Deze uitval wordt enkel weergegeven op een 1200 x 1200m resolutie. Titel (3) :Warmtevraag residentieel, tertiair en landbouw (2012) Naam kaartlaag (3):er_wvrg_diff_geb_100m_2012 Omschrijving (3): De warmtevraag van residentieel, tertiair en landbouw werd gekarteerd op een 100 x 100 m grid. Wegens privacyredenen wordt de warmtevraag niet getoond indien minder dan 3 verbruikers binnen een gridcel aanwezig zijn. Deze uitval wordt enkel weergegeven op een 1200 x 1200m resolutie.

Warmtevraag residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie - totaal (2012) (er_wvrg_diff_tot_1200m_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart. -- De totale warmtevraag afkomstig van residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (= niet-IMJV industrie) werd voor Vlaanderen in kaart gebracht. Deze is gebaseerd op gemeten aardgas- en elektriciteitsverbruiken zoals gekend door de distributienetbeheerders per individuele gebruiker voor het jaar 2012. Het gaat hier om warmtevraag voor ruimteverwarming en sanitair warm water. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. -- Dit onderdeel bevat drie kaartlagen: Titel (1) :Warmtevraag residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (2012) Naam kaartlaag (1): er_wvrg_diff_tot_1200m_2012 Omschrijving (1): De warmtevraag van residentieel, tertiair, landbouw en kleine industrie (=niet-IMJV industrie) wordt weergegeven op een 1200 x 1200 m grid. Titel (2) :Warmtevraag kleine industrie (2012) Naam kaartlaag (2):er_wvrg_diff_ind_300m_2012 Omschrijving (2): De warmtevraag van de kleine industrie (=niet-IMJV industrie) werd gekarteerd op een 300 x 300 m grid. Wegens privacyredenen wordt de warmtevraag niet getoond indien minder dan 3 verbruikers binnen een gridcel aanwezig zijn. Deze uitval wordt enkel weergegeven op een 1200 x 1200m resolutie. Titel (3) :Warmtevraag residentieel, tertiair en landbouw (2012) Naam kaartlaag (3):er_wvrg_diff_geb_100m_2012 Omschrijving (3): De warmtevraag van residentieel, tertiair en landbouw werd gekarteerd op een 100 x 100 m grid. Wegens privacyredenen wordt de warmtevraag niet getoond indien minder dan 3 verbruikers binnen een gridcel aanwezig zijn. Deze uitval wordt enkel weergegeven op een 1200 x 1200m resolutie.

Warmtevraag grote industrie (2012) (er_wvrg_grote_ind_ptn_2012)

De 'Warmtekaart Vlaanderen' werd in opdracht van het Vlaams Energie Agentschap opgesteld ter uitvoering van de EU-Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De voornaamste producten zijn kaarten met warmtevraag en warmte-aanbod voor de huidige situatie (2012) en een kaart met kansrijke gebieden voor warmterecuperatie en warmtenetten in de toekomst, en dit beiden voor het grondgebied Vlaanderen. De studie werd uitgevoerd door VITO in samenwerking met de distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Het bijhorende rapport kan u hier raadplegen: www.energiesparen.be/warmtekaart . -- Titel :Warmtevraag grote industrie (2012) Naam kaartlaag:er_wvrg_grote_ind_ptn_2012 Omschrijving: De warmtevraag van de grote industrie is gebaseerd op verbruiksgegevens uit de Integrale MilieuJaarVerslagen (IMJV) en de WKK-inventaris van 2012. Het gaat hier om IMJV bedrijven en bedrijven die aangesloten zijn op het Fluxys-net. De ingeschatte warmtevraag wordt weergegeven met drie klassen. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport.

There are currently no notifications for the service, click the feed icon to subscribe.